AI en informatiebeheer
Het blijft gissen
Tekst Bart Hekkert
Bart Hekkert is redactielid Od
Een boek gespreven door een AI-algoritme. Dat klinkt te mooi om waard te zijn, en toch is dat wat Bob van Duuren heeft gedaan in zijn boek Hallo, ik ben ChatGPT. We vergeten bijna dat de welbekende software pas op de markt is sinds november 2022. Welke tips en tricks levert het boek van Van Duuren? En wat kan dit betekenen voor het vakgebied?
Zoals gezegd is Hallo, ik ben ChatGPT geschreven door ChatGPT zelf (op de inleiding en nawoord na), met behulp van gerichte vragen van Van Duuren. Het doel is om de lezer te enthousiasmeren over de mogelijkheden van deze AI-technologie. Het boek geeft achtergrondinformatie over wat ChatGPT is, de technologie erachter en de (door)ontwikkeling van de software. Ook wordt er kort ingegaan op andere AI-software zoals Dall-E en Midjourney.
Geen rare gedachte
Wat opvalt is de positieve toon waarop Van Duuren, of ChatGPT, of beide, schrijven over ChatGPT: ‘[ChatGPT]… heeft de potentie om grote veranderingen teweeg te brengen in verschillende sectoren.’ En: ‘[...] ChatGPT kan ons helpen bij het oplossen van complexe problemen […] Het is een spannend en groeiend veld dat belooft ons leven op vele manieren te veranderen en te verbeteren.’ Je vraagt je af: hoe dan? Voor de overheid wordt aangehaald dat ChatGPT kan helpen om de klantvraag en de dienstverlening te verbeteren. Je kunt je bijvoorbeeld voorstellen dat AI-technologie toegepast wordt in chatbots van het klantcontactcentrum. Daarnaast zou deze AI-technologie burgers kunnen helpen bij het vinden van overheidsinformatie. Hoe? Daar schrijft Van Duuren helaas niets over. Hoe zou het ons vakgebied van de informatieprofessional kunnen helpen? Dat blijft wat gissen, ook na het lezen van dit boek. Doorzoekbaarheid en vindbaarheid van informatie lijken inderdaad een mogelijkheid te zijn. Wie weet is het daarmee ook mogelijk om informatie eenvoudiger en overzichtelijker te kunnen beheren in overeenstemming met wetgeving, en om informatie eerder actief openbaar te maken. Ook geen rare gedachte. En toch kent de ontwikkeling van AI-technologie in het algemeen en software als ChatGPT in het bijzonder een keerzijde. Sla de krant maar eens open of kijk het nieuws op sociale media of tv en het kan je niet ontgaan dat de omgang met privacy van gebruikers en het respecteren van auteursrecht te wensen overlaat. Zo schrijft Laurens Verhagen in de Volkskrant van 7 oktober jongstleden in zijn artikel ‘AI-pauze’ dat de ontwikkeling doorgaat zonder de pauze die een halfjaar geleden door een club AI-prominenten is ingesteld. Wat de reden is? Geld natuurlijk. Op de site van BNR van 22 september jongstleden is te lezen: ‘Auteurs klagen bedrijf achter ChatGPT aan om gebruik teksten.’ Het betreft 17 auteurs waaronder John Grisham en George R.R. Martin die vinden dat hun teksten worden gebruikt door de software zonder rekening te houden met het auteursrecht. Zo zou een gebruiker van de software teksten van Martin hebben gebruikt om de laatste twee boeken van zijn Game of Thrones-serie te genereren. Van Duuren, of beter gezegd ChatGPT, besteedt aandacht aan dit soort hangijzers. Maar wel wordt meteen beschreven: ‘Het is belangrijk om te benadrukken dat het auteursrecht in dit geval niet ligt bij ChatGPT zelf […] de gebruiker is verantwoordelijk voor het respecteren van auteursrecht van anderen.’ Klinkt als Facebook die zichzelf slechts als platform ziet en fake news niet wil verwijderen.
Behoefte aan wetgeving
Hoe leuk en bijzonder een toepassing als ChatGPT ook mag zijn, er is behoefte aan wetgeving en er zijn goede richtlijnen nodig waarbinnen AI-technologie kan worden gebruikt. AI heeft zeker de toekomst, maar dan wel met respect voor privacy en auteursrecht. Misschien kunnen Van Duuren en ChatGPT hier in een vervolg nog eens naar kijken.