Nieuwe digitale werkomgeving
Focus op informatiehuishouding
Tekst Daniël Jumelet
Daniël Jumelet is senior strategisch architect bij CIO Rijk
Met de introductie van de IBM personal computer in 1981 – een van de eerste digitale werkomgevingen avant la lettre – gebeurde iets bijzonders. Behalve dat hiermee een tastbaar stuk automatisering zijn intrede deed op kantoor en hier en daar een huiskamer, was dit veel meer nog het startpunt van een beweging. Een ingrijpende beweging van persoonlijke informatisering. Deze beweging is nog steeds niet ten einde en belangrijker: nog steeds niet onder controle.
Dat het disruptieve karakter van de technologische ontwikkelingen zich zo langzaam openbaart, komt misschien door de relatieve geleidelijkheid waarmee dingen onze maatschappij binnenkomen. Zelfs nu de ontwikkelingen harder gaan dan ooit en ze elkaar steeds sneller opvolgen. Na de personal computer leidden het internet, digitale fotografie, de smartphone en de combinatie van deze en andere technologieën tot een wereld waarin de scheidslijnen tussen echt en virtueel steeds vager worden. Zowel technologie als informatie is overal aanwezig.
Maken, verspreiden, uitwisselen
De eerste personal computer introduceerde tal van hulpmiddelen voor persoonlijke productiviteit. Mensen kunnen er geheel naar eigen inzicht dataobjecten mee creëren, dupliceren en aanpassen. Waar het begon met tekstverwerkers, spreadsheets en later toepassingen voor presentaties, is er nu een eindeloze variëteit aan applicaties beschikbaar. Hiermee kun je allerlei soorten dataobjecten maken, in allerlei formaten. Via een grote diversiteit aan kanalen worden ze vervolgens verspreid. En dan is er nog digitale interactie. Hierbinnen worden ook weer eigensoortige dataobjecten uitgewisseld in de vorm van chats, tweets, snaps, foto’s, video’s, memes, enzovoort. De gemiddelde hoeveelheid bestanden die mensen in persoonlijke verzamelingen met zich meedragen is explosief gegroeid.
‘ALLES STAAT OF VALT MET BEWUSTWORDING’
Een stille ramp
Privé is het hooguit vervelend als je iets niet zo makkelijk kunt terugvinden. Binnen zakelijke en bestuurlijke omgevingen is het gebrek aan controle op alle losse dataobjecten een stille ramp. Het informatiebeheer staat sterk onder druk. Dit komt vooral door toepassingen voor persoonlijke productiviteit in combinatie met voorzieningen voor digitale interactie. Bij de inrichting van een nieuwe digitale werkomgeving moet de aandacht vooral gaan naar de plek waar we deze data creëren en al dan niet in samenwerking bewerken en uitwisselen. Voorheen ging de aandacht altijd uit naar de flexibiliteit in gebruik (any time, any place, any device) en toepassingen voor samenwerken.
De digitale werkomgeving als verzameling diensten
We moeten ons niet alleen focussen op apparatuur. Wat helpt is een manier van kijken naar de digitale werkomgeving als een verzameling applicatie- en IT-diensten. Dichtbij en om de gebruiker heen. Die verzameling diensten is divers, maar ook overzichtelijk onder te brengen in vier verschillende categorieën:
- Ontsluiting van bedrijfsapplicaties – dit zijn specifieke toepassingen voor de ondersteuning van specifieke bedrijfsprocessen of -functies met een eigen, gestructureerde dataset.
- Persoonlijke productiviteit, interactie en samenwerking.
- Informatie-ontsluiting en -beheer.
- Applicatiebeheer en beveiliging
Categorie 1 – ontsluiting van bedrijfsapplicaties – gaat vooral over het beschikbaar maken van afgebakende toepassingen die vaak voor een groot deel op zichzelf staan. Categorie 4 – applicatiebeheer en beveiliging – bevat vooral voorzieningen die moeten zorgen voor een flexibele én veilige werkomgeving. Vooral categorie 2 en 3 spelen een grote rol in de informatiehuishouding in combinatie met omgaan met ongestructureerde data. Voorzieningen en toepassingen in de tweede categorie zijn verantwoordelijk voor creatie en bewerking van dataobjecten. De diensten in de derde categorie zijn verantwoordelijk voor de regie op informatieobjecten, die door deze dataobjecten gerealiseerd worden.
‘ZOWEL TECHNOLOGIE ALS INFORMATIE IS OVERAL AANWEZIG’
Grip op de informatieobjecten
Grip op de informatieobjecten
Binnen categorie 2 en 3 bevinden zich vier typen kerndiensten. Deze diensten moeten we op een vernieuwende manier inrichten en met elkaar integreren. Zo ontstaat er grip op de informatieobjecten binnen de digitale werkomgeving. Het gaat om de volgende kerndiensten:
- Informatieobjectbeheer: de administratie van informatieobjecten op basis van metadata(management) voor de (geautomatiseerde) classificatie, selectie, collectie, ontsluiting, retentiebeheer, archivering, activiteitlogging en het doorzoek- en vindbaar maken van deze informatieobjecten.
- Processturing, -ondersteuning en -archivering: de geautomatiseerde (ondersteuning van de) uitvoering van taken en processen van medewerkers, alsook de archivering van procesgangen.
- Samenwerkomgeving: de digitale werkomgeving voor online vergaderen en gezamenlijk werken aan documenten, presentaties en andere dataobjecten.
- Dataobjectopslag: de opslag van dataobjecten die informatieobjecten realiseren. In veel gevallen gaat dit om bestanden. Maar in een aantal gevallen ook om opslag in de vorm van een databasestructuur en -inhoud.
Definities
- Informatieobject – Een verzameling aan elkaar gerelateerde gegevens die je als eenheid behandelt. Een informatieobject heeft een zelfstandige, virtuele identiteit.
- Dataobject – Een gegevensset die automatisch wordt verwerkt.
- Metadata – Attributen die de context van een informatieobject vastleggen.
- Link – Een geautomatiseerde koppeling vanuit een afnemend systeem of afnemende applicatie richting een informatieobject.
Werken vanuit gestructureerde processen
Door zo veel mogelijk te werken vanuit gestructureerde processen en dit mogelijk te maken met geautomatiseerde workflow-ondersteuning, wordt de kwaliteit vergroot van de dataobjecten die worden gecreëerd. Doordat het bewerkingstraject via een vaste route verloopt, voorkomen we dat ongewenste duplicaten ontstaan. Bovendien is het voortbrengingsproces traceerbaar en op een later tijdstip te reconstrueren vanuit een goede procesregistratie (logging). Zowel voorafgaand als binnen een gestructureerd proces is ruimte nodig voor creatieve processen. Want daar komt de inhoud van documenten en andere dataobjecten (zoals afbeeldingen) tot stand. Dikwijls zijn hier meerdere mensen bij betrokken. Zij werken samen aan conceptversies van een document of proeven van een afbeelding. Om dit geautomatiseerd te ondersteunen is behoefte aan een samenwerkomgeving waarbinnen meerdere mensen tegelijkertijd aan een dataobject kunnen werken en met elkaar (digitaal) kunnen communiceren. Bijvoorbeeld via tekstwijzigingen en annotaties. Maar het is ook mogelijk via chat, videovergaderen en spraak- of videobellen.
‘ER IS RUIMTE NODIG VOOR CREATIEVE PROCESSEN’
Dataobjecten registeren en ontsluiten
Vanuit de gestructureerde procesgang en de samenwerkomgeving is het van belang dat dataobjecten als informatieobject worden geregistreerd in en ontsloten via de voorziening voor informatieobjectbeheer. Op deze manier zijn ze eenduidig en als originele instantie zelfstandig benaderbaar, ook vanuit andere processen en toepassingen. De centrale functie van deze voorziening is die van een catalogus waarin alle informatieobjecten en metadata staan. Een aanvullende functionaliteit is onder andere het via regels in bulk aanpassen van metadata, bijvoorbeeld bij aanpassingen aan selectielijsten. En de analyse- en rapportagemogelijkheden. Uiteraard moeten dataobjecten zelf ook fysiek ergens opgeslagen worden. Het idee is dat we hiervoor meerdere soorten en instanties van dataobjectopslag kunnen gebruiken. Maar, ze moeten wel te koppelen zijn met de voorziening voor informatieobjectbeheer. Dus ook bestaande opslagvoorzieningen, zodat er geen noodzaak is om grote hoeveelheden bestanden of databases te migreren.
Eerste, belangrijke stap naar realisatie
Dit artikel geeft een globaal beeld van een verder te verkennen oplossingsrichting. In de detailinvulling moeten we nog veel ontwerpvragen identificeren en beantwoorden. Zo moeten we afwegen in hoeverre contextinformatie bijgehouden moet worden door afnemende systemen. En of het wenselijk of mogelijk is het daar te laten), of dat (veel van) deze informatie in de vorm van metadata-onderdeel moet worden van het informatieobject dat is geregistreerd in de voorziening voor informatie-objectbeheer. Op dit moment denken architecten van verschillende departementen en overheidsinstellingen hier in werkateliers over na. Daarbij nemen ze alle relevante wet- en regelgeving mee, waaronder de archiefwet en de Woo. Maar ook het (concept)DUTO-raamwerk. En inventarisaties van gebruikerswensen en -eisen, beveiligingseisen en andere relevante standaarden, zoals de richtlijn 2016/2102 voor digitale toegankelijkheid. Dit is een eerste, belangrijke stap naar realisatie, waarin ook marktpartijen een rol gaan spelen.
Digitale werkomgeving
In het kader van het programma Open op Orde wordt er gewerkt aan de vormgeving en inrichting van een nieuwe digitale werkomgeving voor het rijk. Met digitale werkomgeving bedoelen we alle applicatie- en IT-services die rijksmedewerkers kunnen gebruiken om hun werk digitaal uit te voeren.
Nieuwe fase in ontwikkeling digitale tijdperk
Door binnen de digitale werkomgeving meer aandacht te geven aan de informatiehuishouding en hiervoor concrete voorzieningen in te richten, zijn we in staat stap voor stap meer grip te krijgen op de omgang met informatie- en dataobjecten. Maar hoe goed en geavanceerd deze voorzieningen straks ook zijn, alles staat of valt met bewustwording. Bewustwording van de mogelijkheden om dataobjecten te creëren, bewerken en verspreiden. Het is zeer aan te bevelen om bewuste keuzes te maken over de toepassingen en de kanalen voor formele beleidsprocessen. Een afweging die je pas echt goed kunt maken als duidelijk is wat de mogelijkheden zijn wat betreft regie op de informatiehuishouding vanuit de nieuwe digitale werkomgeving. Daarmee is de realisatie van deze nieuwe digitale werkomgeving daadwerkelijk een nieuwe fase in de ontwikkeling van het digitale tijdperk. Een tijdperk dat ergens in de vorige eeuw nog zo onschuldig begon. En waarvan we ons in 1981 nog geen voorstelling konden maken.