Open standaard IFC zorgt voor uitdagingen
Tekst Pieter Verbeek
Pieter Verbeek is freelancejournalist
Van architect, aannemer, vastgoedbeheerder tot gemeente. De open standaard IFC zorgt dat partijen in de bouwsector werken op basis van dezelfde dataschematisering. Ook helpt het om de doorlooptijd te verkorten van vergunningaanvragen in de Omgevingswet. Maar de nieuwe bestanden zorgen tegelijk voor hoofdbrekens bij de afdeling informatiebeheer. Hoe archiveer je ze op een duurzame manier? ‘Daarom is het gesprek met archivarissen en specialisten op het gebied van informatiebeheer zo belangrijk.’
De IFC (Industry Foundation Classes) is een Object Type Schema en kan in verschillende bestandsformaten worden gebruikt voor bouwwerkinformatiemodellen (BIM-modellen). In zo’n bestand kun je een driedimensionaal geometrisch model van een bouwwerk vastleggen, inclusief de gegevens van daarin gebruikte elementen. Dit model kan vervolgens in IFC-formaat door betrokken partijen worden uitgewisseld, van ontwikkeling, vergunningverlening, beheer tot onderhoud van het gebouw. Dat zorgt voor minder administratieve lasten bij de afdeling bouw en toezicht bij gemeenten. Medewerkers hoeven dankzij deze uitwisseling geen stapels tekeningen meer door te nemen van bouwplannen van gebouwen, of bestanden te converteren naar andere systemen. Het brengt de doorlooptijd van aanvragen al snel terug van 6 naar 2 weken. Sinds 2011 heeft de IFC van het Forum Standaardisatie de pas toe of leg uit-status (Forumstandaardisatie.nl/open-standaarden/ifc), wat inhoudt dat het verplicht is te gebruiken tenzij je kunt aantonen waarom je het niet gebruikt.
Lex Ransijn
‘DE IFC GAAT EEN BELANGRIJKE ROL SPELEN IN DE DIALOOG OVER DE OMGEVING’
Betere uitwisseling van data
De IFC gaat, nu de Omgevingswet is ingetreden, een belangrijke rol spelen in de dialoog over de omgeving, voorspelt Lex Ransijn, bouwkundige en adviseur, en een van de trekkers en initiatiefnemers van IFC als open standaard en als onderdeel van de omgevingsvergunning. ‘Naast BIM-modellen en Digital Twins, waarvoor de standaard ook kan worden ingezet, zorgt de IFC ook voor betere uitwisseling van data onder de verschillende partners in de bouwsector. Het maakt een neutrale uitwisseling tussen softwaretools mogelijk.’ De afgelopen jaren is Ransijn als bouwkundige bezig geweest om de transactie van data tussen bouwbedrijven en gemeenten te verbeteren. ‘We kunnen als bouwkundigen 3D-modellen doorsturen naar een gemeente, maar als medewerkers er nog niet op getraind zijn, of niet geëquipeerd zijn met de juiste software, werkt het niet. Een van de use cases waar we aan werkten was het gebruik van driedimensionale BIM-modellen voor omgevingsgunningen. Daar hebben we een minimale indieningsvereiste voor opgesteld, een set afspraken bijvoorbeeld over het proces en indieningsvereisten. Met deze open standaard zorg je ervoor dat verschillende 3D-teken- en/of -modelleersystemen data met elkaar kunnen uitwisselen.’ Uiteindelijk is het de bedoeling dat data, waaronder ook de IFC-modellen, straks via het Digitaal Stelsel Gebouwde Omgeving (DSGO) worden uitgewisseld tussen alle betrokken partijen rond een bouwwerk. ‘Je krijgt dan (tussentijdse) toetsingen van een of meerdere datamodellen van het bouwwerk of infrastructuur volgens het IFC-schema. Een gemeentemedewerker kan met een IFC-viewer in zijn eigen software het model bekijken. Dat scheelt hem of haar honderd documenten doornemen. Als deze datamodellen aan de voorgestelde indieningsvereiste voldoen en gebruikte software geschikt is om 2D- of 3D-omgevingsplannen weer te geven kun je zien op welke plek in Nederland het model staat en of het binnen bepaalde kaders van bijvoorbeeld het bestemmingsplan past.’ Ook helpt het je als gemeente beter je bewoners te informeren, gaat Ransijn verder. ‘Je ziet nu vaak op bewonersavonden allemaal papieren tekeningen liggen met kleurtjes erop. Die bewoners zien weliswaar dat het een plattegrond is, maar het is lastig voor hen om dat visueel te maken. Dankzij de 3D-modellen zien ze beter hoe het eruit zou komen te zien.’
Wouter Verdaas
‘WE MOETEN MEER INTEGRAAL SAMENWERKEN BINNEN EN TUSSEN ORGANISATIES’
Archivering
Het gebruik van IFC-modellen zorgt wel voor een nieuwe uitdaging. Want hoe archiveer je de IFC-modellen op een goede manier? Ga je nieuwe versies over de oude heen leggen? Of zet je ze naast elkaar? Of in welke programmeertaal ga je ze opslaan? ‘Daarom is het gesprek met de archivarissen zo belangrijk,’ stelt Ransijn. ‘Ik denk dat het de kunst is voor gemeenten om dat te bedenken, samen met de archiefinstellingen, zoals het Nationaal Archief. De software moet daarvoor wel mee ontwikkelen.’ Of er moet een landelijke voorziening komen denkt hij, bijvoorbeeld bij het Kadaster. Die gaat al IFC-modellen opnemen in zijn registraties. ‘We moeten als land hierin samenwerken, denk ik, zowel tussen gemeenten als binnen gemeenten zelf. Werken met IFC gebeurt steeds meer in de praktijk. De kunst is om de praktijk te omarmen en die te gaan gebruiken.’
Duurzaam opslaan van bestanden
Dat IFC-modellen steeds vaker in de praktijk worden gebruikt, merkt ook Wouter Verdaas, adviseur informatiebeheer bij de gemeente Tilburg. Zijn werk draait helemaal niet om BIM-modellen, maar om het informatie- en archiefbeheer van de gemeente en dat de gemeente voldoet aan de Archiefwet en de Wet open overheid. ‘We zien dat IFC-modellen steeds vaker worden gebruikt bij de uitvoering van werk in de openbare ruimte, zoals bijvoorbeeld bij de bouw van een viaduct of weg. Dan wordt eerst een 3D-model opgevraagd om de openbare werken te zien. Ook worden de modellen hergebruikt in bijvoorbeeld Digital Twins. Er zijn allerlei mogelijkheden mee te bedenken. Ze kunnen het leven een stuk makkelijker maken. Ik verwacht dan ook dat het gebruik van de modellen uiteindelijk een veel grotere vlucht gaat nemen. Als we daardoor veel effectiever kunnen werken en de termijnen van aanvraagprocedures kunnen verkorten en we slimmer gegevens kunnen inzetten is dat natuurlijk alleen maar goed.’ Maar dan moet er wel meer rekening worden gehouden hoe die bestandsformaten en de nieuwe bestanden duurzaam bewaard kunnen worden, stelt Verdaas. Samen met zijn collega’s voelde hij zich een beetje overvallen door het gebruik van IFC-modellen. Ze waren er nog niet mee bekend. Wat moesten ze er precies mee? ‘Bij de afdeling bouw- en toezicht helpt het met de vergunningen. Daar zijn ze er blij mee. Alleen denken de mensen daar dan in principe niet meer na over het archiefgedeelte. Het nadenken over archivering zit nog niet tussen de oren. Als gemeenten hebben we een bewaarplicht, zeker voor bouwvergunningen. Hoe kunnen we deze nieuwe IFC-bestanden duurzaam opslaan? Hoe sla je ze op zodat je ze ook voor andere doeleinden kunt toepassen, bijvoorbeeld voor Digital Twins? Daarover wordt nog niet nagedacht aan de voorkant.’
‘WERKEN MET IFC GEBEURT STEEDS MEER IN DE PRAKTIJK’
Vakspecialisten
Nu zijn de IFC-modellen die door Tilburg worden gebruikt nog op een netwerkschijf opgeslagen, met alle risico’s van dien, gaat Verdaas verder. ‘De systemen van leveranciers moeten dit bestandsformaat wel ondersteunen en wellicht moeten zij daar aanpassingen in hun programmatuur voor doen. Hoe zorg je er daarnaast voor, wanneer je een dergelijk bestand voor meerdere doeleinden gaat gebruiken, zoals bijvoorbeeld vergunningverlening en Digital Twins, dat het bestand over 50 jaar nog steeds te gebruiken is? En hoe kun je de verschillende contexten waarin het bestand gebruikt is, bewaren zodat ze te reconstrueren blijven? In de IFC-bestanden zitten zoveel linkjes en verwijzingen aan elkaar. Hoe gaan we het bestand opslaan, zodat al die linkjes ook allemaal blijven werken? Dat zijn ontzettend grote vraagstukken waar we nog tegenaanlopen.’ Aan de voorkant gaan de collega’s echter gewoon door met het gebruik van IFC-modellen, merkt Verdaas. ‘Dat moeten ze natuurlijk ook blijven doen, maar ik zou graag zien dat wij als vakspecialisten meer worden betrokken bij dit soort technologische ontwikkelingen, zodat we meteen vanaf het eerste moment kunnen meedenken en advies geven waardoor we gezamenlijk tot een oplossing proberen te komen (archiveren by design). We lopen nu steeds achter de feiten aan. We moeten meer integraal samenwerken binnen en tussen organisaties, minder in silo’s.’ Daar werkt Tilburg al aan, al is het met vallen en opstaan. ‘Nu hebben mensen vaak nog niet door dat op het moment dat je iets vastlegt in een systeem, je al aan het archiveren bent. Je moet dan al eigenlijk de kaders, richtlijnen en functionaliteiten hebben ingericht om gegevens duurzaam te kunnen bewaren. Ook dit is archiveren by design.’
Gezamenlijke oplossing
Misschien zou de VNG een overkoepelende rol moeten pakken in de goede archivering van de IFC-modellen, denkt Verdaas. ‘Als je aan de voorkant besluit om IFC als een geaccepteerd bestandsformaat mee te nemen in de Omgevingswet, ontwikkel dan aan de achterkant een standaard om het duurzaam toegankelijk te maken. Die zou eigenlijk in de ideale wereld een-op-een gelijk moeten zijn. Dat biedt ook de leveranciers duidelijkheid. Die ontwikkelen graag iets waarvoor een standaard geldt, zodat ze niet voor elke gemeente iets anders moeten bouwen. De VNG zou als objectieve trekker hierbij kunnen optreden.’ Maar het belangrijkste is dat je binnen de eigen organisatie samen optrekt om gezamenlijk een oplossing te vinden voor de archivering van de IFC-bestanden, stelt Verdaas. ‘Het is natuurlijk een winstpunt als de voorkant weet welke uitdagingen dit aan de achterkant oplevert, en vice versa.’