Monitor Implementatie Wet open overheid
Een nieuwe herfst, een nieuwe oogst
Tekst Eunice Vink
Eunice Vink is programmamanager Grip op Informatie bij VNG Realisatie
Tot mijn ontzetting zag ik dat de metrologische herfst een feit is. Ieder zo zijn seizoen maar dat van mij is de zomer. Zeker zoals afgelopen zomer. Niet te heet, deuren en ramen dag en nacht open en genieten maar. Helaas moest er ook gewoon gewerkt worden. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft vragenlijsten onder de leden uitgezet over de implementatie van de Wet open overheid over 2023. En daar krijgen we deze herfst een nieuwe oogst aan observaties uit.
De vragenlijst vult de monitor Implementatie Wet open overheid1. Zoals de naam zegt, geeft deze monitor aan hoe de voortgang van de implementatie van de Wet open overheid verloopt. Gaan gemeenten en gemeenschappelijke regelingen vooruit in het implementeren van de Wet open overheid? Wel, het eerste wat op valt is dat: Ja, er is vooruitgang waarneembaar. De cijfers van 2023 ten opzichte van 2022 zijn allemaal verbeterd. Net als mooie dagen met ramen en deuren open geeft me dat een fijn gevoel. Helaas geeft herfst – naast mooie dagen – ook storm en een stevige wind.
Jammer
Uit de uitkomsten blijkt dat de VNG haar streefpercentages niet gehaald heeft. Jammer en misschien te ambitieus maar als ik de cijfers nauwkeuriger bekijk zijn er wel een aantal redenen te vinden. We zien dat de organisaties druk bezig zijn. Maar naast alle andere stevige winden die door de organisatie waaien is het soms moeilijk de focus te houden. Dus ermee bezig zijn of er nog mee aan de slag gaan is een goed voornemen. De vraag is of er tijd en ruimte voor gaan komen. De geschiedenis leert dat een crisis zich net als een storm wel enkele dagen van tevoren meldt maar daarna is iedereen langere tijd druk met de crisis en de nasleep. Kortom, voornemens zijn goed. Maar als we dan kijken naar de uitkomsten bij de vraag of er een plan of een nulmeting is, dan zie ik alarmerende zaken: 59 procent van de gemeenten en 28 procent van de gemeenschappelijke regelingen hebben een nulmeting. Maar respectievelijk 27 procent en 21 procent gaan dat nog wel doen. 1 november 2024 gaat de eerste tranche maar er ligt een voorstel om de tweede tranche begin 2025 in te laten gaan. Echter, als je in de herfst van 2024 nog een projectplan of nulmeting moet maken, ga je een zware winter tegemoet.
‘DE VNG HEEFT HAAR STREEFPERCENTAGES NIET GEHAALD’
Fors achter
En dit betreft de organisaties die de vragenlijst ingevuld hebben. Betekent dit dat de overige gemeenten en gemeenschappelijke regelingen (2/3 van de organisaties) klaar zijn, of nog niet begonnen zijn? De temperatuur daalt bij mij direct een paar graden. Want als je als organisatie nog niet begonnen bent, dan sta je fors achter. Ik lees ook dat organisaties het zwaar hebben en dat begrijp ik. Op de wereldschaal van oorlog, noodhulp en andere crisissen is uiteraard de vraag wat een Wet open overheid bijdraagt aan alles. Maar als inwoner van Nederland hebben we plichten maar ook rechten. We mogen weten wat de overheid met ons belastinggeld doet, welke keuzes er gemaakt worden. Open en transparant is voor sommige bestuurders heel normaal. Ik spreek soms burgemeesters en dan geven sommige van hen aan dat ze heel transparant zijn. E-mail en tekstberichten, ze delen alles. ‘Ik ben in dit ambt gekomen en voel de plicht om mijn werk zo goed mogelijk te doen, dus controleer maar.’ Is het zo simpel? Daarvoor gaan we terug naar de uitkomsten van de monitor.
Schokkend
Als een organisatie bezorgd is over openheid en transparantie, dan is deze uitkomst ook schokkend: heeft u vernietiging geregeld over al uw data? Zo’n 12 procent (gemeenten) en 27 procent (gemeenschappelijke regelingen) zegt Ja en Nee, alleen over data die wij relevant vinden. Dan vroegen we ook naar de invoering van de selectielijsten. Het antwoord is: 51 procent bij de gemeenten (bij 4 procent van de gemeenten is het antwoord ja, bij 47 procent alleen in relevante applicaties) en 25 procent bij de gemeenschappelijke regelingen (1 procent van de gemeenschappelijke regelingen antwoord ja, 24 procent alleen binnen relevante applicaties). Als ik kijk naar de uitkomsten van het hebben van een informatiebeheersplan, zegt 56 procent bij gemeenten er een te hebben en 37 procent bij gemeenschappelijke regelingen. Die uitkomsten samen zeggen iets. Een informatiebeheersplan geeft een overzicht waar informatie zich binnen de organisatie bevindt. Die data moeten beoordeeld worden, daar heb je een selectielijst voor, die vervolgens moet leiden tot vernietigen van data.
‘75 PROCENT HEEFT GEEN IDEE WAAR RELEVANTE INFORMATIE ZICH BEVINDT’
Nauwelijks werk
Daar zien we dus dat – als je streng kijkt – zo’n kwart van de organisaties het ingericht en geregeld heeft. Dat betekent dat 75 procent van de organisaties geen idee heeft waar relevante informatie zich bevindt en al helemaal niet vernietigd. Beheersing van data maakt dat je weet wat je hebt en weten wat je hebt maakt dat een organisatie dus ook weet wat er aan informatie ligt op vragen die inwoners kunnen stellen. En dat kan zelfs met een Excel met enkele kolommen, dus geen kosten en nauwelijks werk. Dan heeft een organisatie in ieder geval minder reden om zich zorgen te maken. Voor nu voel ik hoe een warm vuurtje zich ontsteekt in mij, want het moet toch mogelijk zijn om organisatie van ‘zijn we mee bezig’ naar ‘gereed’ te krijgen? Of zijn het de vallende blaadjes die mij warrige uitspraken laten doen?
- De resultaten van de monitor zijn te vinden op https://vng.nl/nieuws/stand-van-zaken-implementatie-woo-bij-gemeenten of op https://kiacommunity.nl/thoughts/20202.