Opkomst en valkuilen van kaartgedreven werken
Tekst Evert van Harten, Naomi le Feber, Suzanne Akkerhuis en Rein van der Laan
Evert van Harten, Naomi le Feber, Suzanne Akkerhuis en Rein van der Laan zijn adviseurs bij NCOD
Datagedreven werken vanuit de kaart, ofwel kaartgedreven werken wordt steeds meer omarmd door overheden. En niet voor niets! Kaartgedreven werken leidt tot cruciale inzichten over maatschappelijke opgaven die waardevol zijn voor beleid en dienstverlening. Toch komt het nog niet volledig van de grond. In dit artikel lees je wat ons ervan weerhoudt om alles uit de kaart te halen.
We zien dat steeds meer overheden geografische gegevens, kaarten en GIS-systemen gebruiken bij beleidsontwikkeling, -monitoring of voor het verbeteren van de dienstverlening. Denk aan het verzamelen van gegevens over luchtkwaliteit of temperatuur op straat, het ontwikkelen van dashboards over klimaatadaptatie of het verzamelen van meldingen van inwoners over de eikenprocessierups direct op de kaart. Kaartgedreven werken is cruciaal om integraal inzicht te bieden in de samenleving, en het ontbreekt vaak niet aan enthousiasme om te experimenteren. Deze ontwikkelingen staan echter nog in de kinderschoenen. In dit artikel gaan we in op de valkuilen waarvan veel organisaties nog last hebben.
Wensen en vaardigheden
Tools om kaartgedreven te werken zijn ontzettend nuttig, maar worden nog niet altijd optimaal ingezet. Een korte casus om dat te illustreren:
Veel Nederlandse gemeenten zijn goed op weg om klimaatadaptiever te worden. Hiervoor is inzicht in de kwetsbaarheid voor weersextremen en klimaatverandering essentieel om de juiste maatregelen te nemen. Gemeenten hebben daarom stresstesten uit laten voeren. Een gemeente heeft er, op advies van een bureau, voor gekozen om deze resultaten te visualiseren in een storymap dashboard. Het is een tool die waardevol is om uit te leggen wat de gevolgen van klimaatverandering zijn voor deze gemeente en draagvlak te creëren voor maatregelen, bijvoorbeeld onder inwoners of bestuurders. Later blijkt echter dat de medewerkers fysieke leefomgeving geen tool nodig hebben om draagvlak te creëren voor maatregelen. Zij hebben vooral de wens om precies te begrijpen waarom een straat of gebied kwetsbaar is én wat de lokale mogelijkheden zijn om in te grijpen. Ze willen graag als ze het riool gaan vervangen, weten of er ook sprake is van hittestress en of er nog bomen of ander groen bij passen. Hiervoor bleek het dashboard met de storymap niet geschikt.
Data-experts kunnen veel in beeld brengen en ingewikkelde analyses doen. Het is daarom belangrijk dat data-experts goed begrijpen wat de behoeften zijn. De valkuil is om vol enthousiasme te gaan ontwikkelen zonder scherp in beeld te brengen wat het doel is van het eindresultaat, wie de eindgebruikers zijn en wat hun wensen en vaardigheden zijn. Wil je inzicht of handelingsperspectief of beide? Als je dit niet doet, dan is het resultaat een prachtige kaarten-tool die op de plank belandt, omdat het niet aansluit bij de wensen en vaardigheden van gebruikers.
Kloof
We zien in de praktijk dat de werelden van de GIS-specialist en de inhoudsdeskundige vaak van elkaar gescheiden zijn. Het GIS-team zit in vergadering met de IT-experts, terwijl de inhoudsdeskundigen op een andere verdieping beleidsstukken zitten te schrijven. Ze kunnen elkaar opzoeken, maar het zit nog niet verweven in het standaardwerkproces. Dat zorgt voor gemiste kansen. Allereerst blijft de kennis over de mogelijkheden van GIS en kaartgedreven werken vaak verborgen voor inhoudsdeskundigen. Beleidsadviseurs weten niet goed waar GIS-applicaties hen van dienst kunnen zijn en weten dus ook niet goed wat ze kunnen vragen aan de GIS-medewerker. Andersom weet de GIS-medewerker vaak onvoldoende wat de inhoudelijke vragen zijn van beleidsmedewerkers. Het strategisch ontwikkelen van GIS-applicaties wordt daarmee belemmerd, omdat ze niet goed aan kunnen sluiten op de datavragen. Zo bevatten dashboards vaak net niet bruikbare informatie en sluiten GIS-applicaties dikwijls net niet aan op de al gebruikte informatiearchitectuur. We zien dus een kloof tussen de planeet GIS en de wereld van inhoud en beleid. Pas als we de brug weten te bouwen die gefundeerd is in het standaardwerkproces kunnen we echt de vruchten plukken van kaartgedreven werken. Let dus op voor de valkuil van de techniek: fraaie GIS inzetten en data-expertise erbij halen is zeker nuttig, maar of dat echt leidt tot meerwaarde, schuilt ‘m vaak in de vraag of de betrokkenen elkaar begrijpen en goed kunnen vinden.
Opgavegericht
Bij organisaties met een kleinere kloof tussen de GIS-teams en beleidsmedewerkers zien we vooral problemen op het gebied van focus, aankoopbeleid en het stapelen van relevante onderwerpen. Wederom een interessante casus:
Het cluster Ruimtelijke Ordening van de gemeente is bezig met het ontwikkelen van beleid om het hitte-eiland- effect tegen te gaan. Hiervoor moet een inventarisatie worden gemaakt van de heetste plekken in de stad, open water, bestrating, het groene oppervlak en het kroonvolume van de bomen in de stad. Helaas geven de ruimtelijke analisten van het GIS-team aan dat het niet mogelijk is om de data van Beheer Openbare Ruimte op het gebied van bomenlocaties en kroonvolume te integreren in de analyse. De gevraagde data zijn niet in beheer van de gemeente. In de loop der jaren is binnen het team Beheer Openbare Ruimte duidelijk geworden dat geodata onmisbaar zijn voor de operationele werkzaamheden. Daarom hebben zij ervoor gekozen om de registratie van bomen, kapvergunningen en aannemers uit te besteden aan een externe GIS-partij. Met deze partij hebben zij, los van de rest van de gemeente, afspraken gemaakt over dataopslag, beheer en toegang. Hoewel de registratie en het raadplegen van bomen voldoen aan hun operationele behoeften, ontbreekt het inzicht en integraal overleg over de databehoeften van andere teams. Uiteindelijk weten de GIS-partij en de gemeente een overeenkomst te sluiten voor de uitwisseling van data. Nadat de analyse voltooid is, ontstaan verdere vragen over de besteding van geld en welke plekken geprioriteerd moeten worden. Aanvullende analyses op het gebied van socio-economische factoren blijken nodig die het cluster Sociaal Domein eerder aan het licht had kunnen brengen. Door het ontbreken van integraal overleg tussen clusters, een uniform aankoopbeleid en voorwaarden omtrent dataopslag beschikken zij niet over de data die zij invoeren. Daarmee kunnen ze niet voldoen aan de vraag van cluster Ruimtelijke Ontwikkeling en blijken gemaakte analyses niet bruikbaar.
‘INZICHTEN UIT GEO-DATA WORDEN GEBRUIKT VOOR SPECIFIEKE OPGAVEN, DE KRACHT ZIT JUIST IN HET OVERSTIJGENDE’
Een strategisch GIS-aankoopbeleid ontbreekt met regelmaat, wat leidt tot een divers veld aan softwarepakketten van verschillende aanbieders die lastig op elkaar aan te sluiten zijn. Je kunt wel goede GIS-expertise hebben en slimme beleidsvragen over data stellen, maar als je geen toegang krijgt tot de gegevens dan kun je er weinig mee. En als het wel lukt om inzichten uit de data te halen, dan werken die vaak alleen goed voor de specifieke opgave waarvoor dit is ingericht, terwijl de grootste potentie volgens ons vooral bij opgave-overstijgend werken ligt. Met de ingang van de Omgevingswet is het van belang om gerelateerde opgaven in samenhang te bekijken, te analyseren en op te lossen. Dit vraagt complexere analyses die zoeken naar correlaties en die meer voorspellend van aard zijn. Hiervoor is het ook noodzakelijk dat er beter nagedacht wordt bij inkoopprocessen; of de systemen met elkaar kunnen werken en onder welke voorwaarden de data beheerd worden.
Samenhangende oplossingen
Een gezonde, duurzame en veilige leefomgeving vraagt om slimme ruimtelijke ordening en samenhangende beleidsmaatregelen. Wanneer kaartgedreven werken in de gehele overheidsorganisatie wordt geïmplementeerd, kunnen overheden samenhangende oplossingen vinden voor grote ruimtelijke opgaven. Belangrijk is wel om scherp in beeld te brengen wat het doel is van de dataverwerking, wie de eindgebruikers zijn en wat hun wensen, behoeften en vaardigheden zijn. Even belangrijk is integraal overleg tussen clusters, een uniform aankoopbeleid en voorwaarden voor dataopslag, waardoor je zelf regie houdt over je eigen data. Hiermee kun je over de valkuilen van kaartgedreven werken stappen en daarmee veel kosten, capaciteit en overlast besparen.
‘NCOD GELOOFT IN HET PRAKTISCH MAKEN VAN VERANDERINGEN DIE NEDERLAND MOOIER MAKEN’
Passend bij de opgave
Bij NCOD geloven we in het praktisch maken van veranderingen die Nederland elke dag een beetje mooier maken. Door kaartgedreven te werken kunnen complexe opgaven in samenhang worden opgepakt. Daarom ondersteunen we overheden in de ontwikkeling van de overheidsorganisatie en -professional van morgen. Denk aan het organiseren van workshops voor kennis en kunde van data- en kaartgedreven werken voor zowel de GIS-specialist als de inhoudsdeskundige. Maar ook visieontwikkeling en procesoptimalisatie om kaartgedreven werken goed in te bedden, begeleiding bij het ontwikkelen van de juiste kaarttools en software passend bij de opgave en het ervaren probleem.