Tekst Rik Maes
Rik Maes is emeritus-hoogleraar informatiemanagement aan de Universiteit van Amsterdam en stichter/academisch directeur van de Academy for Information & Management
Toekomst
Alles is informatie was de titel van een video van de Vereniging SOD. Nu, 10 jaar later, is die titel meer dan waar gebleken met alle maatschappelijke gevolgen van dien. We verliezen ons in de veelheid aan informatie. Om het met de titel van het recente boek van Ignaas Devisch te stellen: We informeren ons kapot. Tegelijk leven meer en meer mensen in informatiebubbels die soms hallucinante geslotenheid vertonen. Voor hen geldt: mijn informatie is alles. De uitspraak van de Amerikaanse pragmatische filosoof Richard Rorty – waarheid is waar je mee wegkomt bij anderen – is brutale werkelijkheid geworden. In dit nummer van Od diepen we deze inzichten niet verder uit, maar erkennen we deze werkelijkheid als context voor het functioneren van organisaties. Beter doen dan gisteren volstaat niet langer, het beduidend anders doen is noodzaak. In de woorden van technologie-ondernemer Peter Hinssen: ‘Vernieuwen als het kan, niet als het moet.’ Bij dat vernieuwen staat de informatieruimte waarbinnen organisaties opereren centraal; onder invloed van de hiervoor geschetste evolutie is deze ruimte de afgelopen tijd behoorlijk gewijzigd; denk maar aan de opkomst van AI-toepassingen. Organisaties die hier geen aandacht aan schenken, hebben nauwelijks of geen toekomst meer. In Breng de basis nu eens niet op orde! leert Dion Kotteman ons dat aandacht voor continuïteit en voorbereiden van vernieuwing, ook en zeker in de IV-organisatie, hand in hand gaan; de organisatie vastpinnen op de basis op orde brengen is hierbij de dood in de pot. In De lerende organisatie als veranderinstrument pleit Marco Derksen voor een organisatiecultuur waarin veranderen permanent en emergent is. Dat geldt ook voor de informatievoorziening, die hierin mee moet evolueren: ze staat niet los van de organisatie, maar er middenin. Denis Doeland schetst in zijn bijdrage hoe overheidsorganisaties, die tegelijk over enorme hoeveelheden data beschikken maar niet vooroplopen in AI-gebruik, hun digitaal vermogen kunnen opbouwen maar hierbij ook hun ethisch kompas moeten (her)ijken. In Data en ethiek wordt hierop ingegaan in de context van een gemeentelijke organisatie; in een kort interview schetst de ethisch officer van de gemeente Zwolle hoe een dergelijke functie gestalte kan krijgen. In een ander interview met de verantwoordelijken voor datagericht werken binnen de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) wordt duidelijk gemaakt dat datagericht werken niet zonder continue aandacht voor datakwaliteit en datavakmanschap kan. Tegelijk bekent dit ook dat een sterke verbinding moet worden gelegd met de hele organisatie bij het benutten van informatie. De emancipatie van informatie probeert onze verhouding tot informatie drastisch te herzien: informatie controleren is niet langer mogelijk, we moeten leren er mee samen te leven. Dat biedt mogelijkheden voor een rijke invulling van de informatieprofessie. De informatieprofessional heeft de toekomst, maar die ziet er ingrijpend anders uit dan het verleden en heden.