Tekst Tim Staal
Tim Staal is medeoprichter en programmadirecteur van het Expertisecentrum voor Woo-verzoekers SPOON, Woo-redacteur bij Investico en lid van de Woo-werkgroep van de VVOJ

We zijn er nog niet

Snikkende ambtenaren omdat het directie­hoofd door jouw Woo-verzoek tegen een burn-out aan zit. Aan tafel met een secretaris-generaal, een directeur en een plaatsvervangend directeur, tegelijk. En een front row seat bij een maandenlange strijd tussen twee departementen (een voor meer openbaarheid, een lange tijd tegen). Zomaar een greep uit de bemiddelingen bij Woo-verzoeken door ACOI waar ik de afgelopen 3 jaar als verzoeker bij betrokken ben geweest. Door deze unieke uitstapjes achter de schermen heb ik de ambtelijke processen achter een Woo-procedure leren doorgronden, bespelen en ter discussie stellen. Bijna altijd met kleinere of grotere doorbraken voor een open overheid tot gevolg. Bemiddeling is zonder twijfel een van de weinige echte verbeteringen ten opzichte van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Gelukkig maar, want de Woo-werkgroep van de Vereniging van Onderzoeksjournalisten (VVOJ) heeft er hard voor gestreden. Zo’n bemiddelingstraject kun je starten op elk moment in het Woo-proces – al 3 weken na indiening van een Woo-verzoek, maar ook diep in een bezwaarprocedure. Het kan over zo ongeveer alles gaan. Onbehoorlijk handelen, zoals niet bereikbaar zijn, weigeren een datum voor het nemen van een besluit te noemen of geen specifieke onderbouwing geven voor een weigering. Onverklaarbaar of onaanvaardbaar lang doen over een verzoek of over een beslissing op bezwaar. Of simpelweg de Woo onjuist uitvoeren, bijvoorbeeld door een verzoek te weigeren zonder naar documenten te hebben gezocht. Kun je dan niet gewoon naar de rechter of in bezwaar gaan? Ja, soms kan dat. Maar de rechter duurt vele maanden (beroep niet-tijdig) tot jaren (bodemzaak). En verlies je een bezwaarprocedure dan rest alleen nog de gang naar diezelfde, onvoorspelbare rechter. Bemiddeling is sneller, je hebt meer regie, alle creatieve oplossingen zijn denkbaar en het beste: de bemiddelaar staat aan de kant van de openbaarheid. Kortom, nu het tried and tested is – graag gedaan – moeten journalisten, wetenschappers en maatschappelijke organisaties veel meer van dit instrument gebruik gaan maken. Niet alleen voor directe successen. Ook omdat niets zo effectief is voor het in gang zetten van veranderingen richting een open overheid als een direct gesprek met degenen die aan de knoppen zitten. Neem de “parafenlijn”: een curieuze traditie waarbij alle hoge ambtenaren die (eind)verantwoordelijkheid dragen, een voor een moeten tekenen voor goedkeuring. Begrijpelijk als er een zwaarwichtig politiek besluit genomen gaat worden, maar schieten met een kanon op een mug bij een Woo-besluit. Deze tijdrovende etiquette alleen al zorgt voor gemiddeld 26 dagen vertraging en veel onzekerheid. Tijdens een bemiddeling is er de ruimte om de absurditeit van dit soort werkwijzen in alle rust uit te leggen aan directiehoofden en in die hoofden een zaadje te planten. Zeker als er dan ook nog gezaghebbende ACOI-bemiddelaars naast je zitten die bedaard beamen: dit is niet houdbaar. Maar laat ik hier nog een zaadje planten. We zijn er nog niet. Naast bemiddeling is er sterke behoefte aan een instantie die veel sneller een bindend oordeel kan geven dan de rechter: een echte informatie­commissaris.

Deel dit artikel

Inhoud