Openheid vraagt om verbinding, niet om formaliteiten
Marianne van den Anker: ‘Mensen willen zeggenschap, inspraak, meepraten en meebeslissen. We hebben meer verbinding nodig’
Tekst Pieter Verbeek
Pieter Verbeek is freelancejournalist voor Od Beeld ANP Foto
De Wet open overheid (Woo) heeft een duidelijk doel: overheden moeten transparanter opereren en informatie actief met de samenleving delen. Maar 3 jaar later blijkt die transparantie nog verre van vanzelfsprekend, stelt Marianne van den Anker, ombudsvrouw van Ombudsman Rotterdam-Rijnmond (ORR). Daar is cultuurverandering voor nodig.
Marianne van den Anker werd in 2021 voor 6 jaar benoemd door de gemeenteraden van Rotterdam en andere aangesloten gemeenten. In haar functie als Ombudsman Rotterdam-Rijnmond onderzoekt ze klachten over gemeentelijke diensten, ambtenaren en bestuurders. Zo stelt ze dat de ambtelijke top van de gemeente Rotterdam wegkeek bij fraudesignalen, dat de gemeente dertig meldingen van misstanden negeerde en maakte ze zich hard voor behoud van de bed-bad-broodregeling voor afgewezen asielzoekers. Ook landelijk laat ze van zich horen, onder meer in de Tweede Kamer, waar ze afgelopen februari meedeed aan de rondetafelsessie over de Wet open overheid (Woo). ‘Wat we willen met de Woo is eigenlijk een cultuurverandering,’ zegt Van den Anker. ‘We willen dat het vanzelfsprekend wordt dat de overheid haar informatie deelt met de samenleving. Maar overheden zien het nu nog te vaak als een verplichting, in plaats van een middel tot een open dialoog met de samenleving.’
‘HOE HERSTELLEN WE HET VERTROUWEN TUSSEN OVERHEID EN SAMENLEVING?’
Alerte overheid
De ombudsvrouw pleit daarom voor een aantal verbeteringen rond de Woo. Wat ze bijvoorbeeld mist is alertheid bij de overheid. ‘Als ik kijk naar de schandalen die ons land, maar ook onze stad Rotterdam, hebben getroffen, dan was allerlei relevante informatie altijd al eerder bekend. Als burgers en journalisten een Woo-verzoeken indienen, dan moet je alert zijn als ambtenaar. Dan moet je als overheid willen weten: wat speelt hier? Hebben we iets fout gedaan?’ In plaats daarvan worden volgens haar verzoeken afgewimpeld of ontvangen journalisten documenten waarin veel is zwartgelakt. Pas jaren later komt dan het volledige verhaal naar buiten en blijkt er soms sprake van een schandaal. ‘Daar vinden wij wel wat van. De rechtsstaat is mij veel waard. We leven in een tijd waarin het vertrouwen daarin afneemt. Daarom mag er onder ambtenaren en overheden wel wat meer sensitiviteit komen.’ Ze verwijst naar het toeslagenschandaal als schrijnend voorbeeld van wat er gebeurt als overheden signalen structureel negeren. ‘Waar is het kloppende buikgevoel van ambtenaren gebleven? Dat gebrek aan sensitiviteit is gevaarlijk. Het vertrouwen in de rechtsstaat staat onder druk en dat los je niet op met formaliteiten.’
Werken aan de relatie met de samenleving
In de meeste situaties waarin Woo-verzoeken worden ingediend door inwoners, maatschappelijke organisaties of journalisten krijgen de indieners volgens Van den Anker niet de informatie om gelijkwaardig partner te kunnen zijn in het gesprek. ‘Mensen willen zeggenschap, inspraak, meepraten en meebeslissen. We hebben meer verbinding nodig.’ Want een groot deel van de Woo-verzoeken komt volgens haar voort uit onvrede wanneer men zich niet serieus genomen of buitengesloten voelt bij besluitvorming. ‘Als de overheid hen niet goed informeert, wordt het onmogelijk om op gelijke voet het gesprek te voeren. En dat is wat mensen boos maakt.’ Daarom pleit ze ervoor dat overheden zelf meer gaan werken aan de relatie met de samenleving, met burgers, ondernemers en journalisten. ‘Wanneer mensen zelf vaststellen dat ze niet goed zijn behandeld door de overheid, zie je dat de overheid heel procedureel daarop reageert. De gemeente bijvoorbeeld investeert niet in de relatie met de getroffen inwoner, maar gaat formeel aan de slag met de behandeling van een klacht. De klacht wordt netjes behandeld, maar er is geen oog voor de emotionele schade of het verloren vertrouwen.’ Terwijl dat juist de kern is, vindt Van den Anker. ‘Als die relatie niet wordt hersteld, voel je de onvrede die ontstaat. En wat we zien is dat ontevreden inwoners meer Woo-verzoeken indienen.’
Misbruik van de Woo
Toch erkent Van den Anker ook dat het systeem onder druk staat. ‘In de ruim 3 jaar dat ik hier werk hebben wij bij de Ombudsman Rotterdam-Rijnmond twee heel grote verzoeken binnengekregen. Ik heb ervaren hoe belastend het kan zijn voor de organisatie. Het kost een zee van tijd om het goed uit te zoeken. Er zijn mensen die vanuit onvrede blijven woo-en. Dat is in mijn ogen misbruik maken van het instrument, en zonde van ieders tijd. Onvrede moet je niet uiten langs de lijn van de Woo.’ Overigens kunnen dat ook wetenschappers zijn, die blijven maar vragen sturen naar gemeenten. Van den Anker: ‘Is dat dan relevant voor iedereen, of alleen voor de wetenschap? Daar mogen we best wel het gesprek over voeren. Ook politieke actiegroepen dienen Woo-verzoeken in om hun eigen belangen te dienen. Ambtenaren durven daar niet tegenin te gaan, uit angst voor beschuldiging van partijdigheid. Bij dit soort buitenproportioneel gebruik staan wij aan de kant van de overheden.’ De Woo wordt te vaak als doel op zich gezien, vindt Van den Anker. ‘Het debat in de Tweede Kamer gaat nu vooral over het instrument zelf, niet over de diepere laag: hoe herstellen we het vertrouwen tussen overheid en samenleving, hoe kunnen we elkaar beter verstaan?’ In dat kader ondersteunt de ORR het adviesrapport van Chris van Dam, Minder beloven, meer doen. De boodschap is duidelijk: luister beter, geef context, en sluit aan bij de belevingswereld van burgers. ‘Maar onze overheid is nu eenmaal geneigd om de gaten te dichten. Onder ambtenaren leeft de cultuur dat we onze bestuurders moeten beschermen. Daardoor neemt het wantrouwen alleen maar toe.’
‘ALS WE WOO-VERZOEKEN ZIEN ALS BEDREIGING, VERANDERT ER NIETS’
Een nieuwe rol voor ambtenaren
Ambtenaren zouden juist wat onafhankelijker moeten werken, stelt Van den Anker, en niet alleen vanuit de gedachte dat de top moet worden beschermd. ‘Wat nu als we de verzoeken laten oppakken door ambtenaren die wat hogergeplaatst zijn? Die kunnen sneller beslissen en zijn minder vatbaar voor politieke druk. Als een Woo-verzoek politiek gevoelig ligt, moet dat niet automatisch betekenen dat alles wordt dichtgetimmerd. Zolang we Woo-verzoeken zien als bedreiging, in plaats van als kans om de relatie met burgers te verbeteren, verandert er niets.’ Haar boodschap is dan ook helder: ‘De Woo-relatie is geen echte relatie. Relaties gaan over vertrouwen, over verbinding, over écht luisteren. Alleen door dat te doen kunnen we het vertrouwen van de samenleving terugwinnen. En dat begint met het durven voeren van het juiste gesprek.’