Tekst Petra Helwig

Petra Helwig is coördinerend beleidsadviseur informatie­management bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Minder bewaren en slim opslaan

Van ROT naar REVA

Het besef groeit dat de informatie- en archiefsector flink bijdraagt aan energieverbruik. Logisch dus dat de vraag steeds luider klinkt: hoe besparen we daarop?

In grote lijnen: minder data creëren, minder bewaren en slim opslaan. Hierna volgen een aantal gedachten. Niet volledig, maar hopelijk goed voor inspiratie en discussie.

  • Minder data creëren Bijvoorbeeld door documenten anders te delen. Bij de overheid gaat nog veel informatie via e-mail rond. Door in plaats van bijlagen links te sturen naar het brondocument kan veel opslagruimte worden bespaard. Uitdagingen zijn er wel. De locatie van het document moet via de link bereikbaar zijn. Vaak kan dat alleen binnen de eigen organisatie. Hoe meer dit ook organisatie­grensoverstijgend kan, hoe groter de besparing. Bovendien maakt dit samen­werken makkelijker: meerdere mensen werken in hetzelfde document, wat ook weer scheelt in conceptversies. Wel moeten links blijven werken, ook na veiligstelling in een tijdelijke opslag of overbrenging van e-mails naar een archiefinstelling. Een andere quick-win: beperk afbeeldingen in handtekeningen. Is het benadrukken van een campagne met een banner of logo echt de extra opslaglast waard? Elke MB telt in opslag en energieverbruik.
  • Minder bewaren: afscheid van ROT Het tweede principe is ook simpel, maar uitdagend in de uitvoering: bewaar alleen wat nodig is. In het Engels bestaat hier een mooie term voor: getting rid of the ROT. En ROT staat dan voor Redundant, Obsolete, Trivial. Dit levert meer op dan energiebesparing. Hoe meer data je hebt, des te lastiger het wordt om die veilig te beheren en efficiënt te doorzoeken.

Relevantie en Archiefwet

Maar hoe bepaal je wat geen ROT is, dus niet overbodig, verouderd en triviaal is? In het internationale archivistisch wetenschappelijk discours bestaan er tegengestelde paradigma’s op wat een record (archiefstuk) een record maakt.1 Volgens het eerste paradigma wordt een record als zodanig aangewezen: het is een bewuste keuze om informatie opzij te zetten als bewijs of spoor van een handeling. Volgens het andere paradigma ontstaan records onbewust en automatisch als bijproduct van werkprocessen. De Nederlandse Archiefwet, en zeker het concept van de nieuwe wet, lijkt aan te sluiten bij het tweede paradigma: als het te maken heeft met het werk is het archief.

Alles is niets

Het praktisch gevolg is dat op alle informatie dezelfde regels van toepassing zijn, zoals in beheer nemen, voorzien van een bewaar­termijn en het opstellen van een verklaring bij vernietiging. Dat maakt het lastig om grip te krijgen op de informatie­huishouding. Bovendien kan het organisaties gemak­zuchtig maken. Ze hoeven zelf niet na te denken over de waarde van hun informatie, maar zijn vooral gericht op de vraag wat er moet van de Archiefwet. De reflex is dan al snel: alles in beheer nemen. Dat kan weer leiden tot dossiers die vervuild raken met triviale e-mails. Het ACOI vatte het kernachtig samen in haar rapport: Alles is niets.2 Het advies: focus de beheerinspanningen op de informatie die er echt toe doet. Organisaties moeten dan expliciet afwegen welke informatie wel waarde heeft voor organisatie en samenleving en vooral ook welke niet.

Wie bepaalt?

Intussen instrueren organisaties hun medewerkers wel met interne richtlijnen. Daarin staat dan bijvoorbeeld dat de relevante mails moeten worden opgeslagen. Maar wie bepaalt wat relevant is, oftewel wanneer een dossier volledig genoeg is? En hoe voorkom je dat een afweging achteraf wordt betwist? Een suggestie voor meer duidelijkheid: bij de meest strategische processen kun je kiezen voor alles bewaren. Dat sluit aan bij de systematiek waarbij alle e-mails en chatcommunicatie van topfunctionarissen worden bewaard.3 Zij zullen ten slotte vaak betrokken zijn bij processen waarover bijvoorbeeld Woo-verzoeken te verwachten zijn. Dan helpt het als alle informatie al in beheer is, zodat ad-hoczoekslagen in mailboxen of chatapplicaties voorkomen kunnen worden. Bij primaire (uitvoerende) processen zouden de proces­verantwoor­delijken kunnen bepalen wanneer een dossier compleet is. Daar hoeft misschien niet elk mailtje in. De selectielijst is het instrument om te verantwoorden hoelang informatie wordt bewaard. Waarderingen worden toegekend aan bijvoorbeeld processen en gelden dan voor alle informatie gerelateerd aan dat proces. Soms wordt nog wat onderscheid gemaakt en bijvoorbeeld aangegeven dat eindproducten blijvend worden bewaard en overige neerslag na een aantal jaar wordt vernietigd. Maar er wordt in de selectielijst niet of nauwelijks aangegeven welke informatie überhaupt niet in beheer wordt genomen, bijvoorbeeld in lijn met interne richtlijnen. Deze richtlijnen zijn daardoor niet kenbaar voor anderen dan de organisatie zelf en onttrekken zich aan het proces van belangenafweging dat van toepassing is op de selectie­lijst. Waarom de selectielijst ook niet gebruiken om te verantwoorden wat niet in beheer wordt genomen en dus verwijderd mag worden, zonder verklaring van vernietiging? Dat geeft de buitenwereld meer duidelijk­heid over hoe de overheid (of andere organisaties die onder het bereik van de Archiefwet vallen) deze afwegingen maakt. Concreet zou dat betekenen dat in de selectielijst ook de interne richtlijnen of criteria over wat niet op te slaan worden opgenomen en/of welke functionaris dat afweegt. Een goed voorbeeld: de VNG nam in haar selectielijst (2020) op dat concepten zonder formele rol of status niet bewaard hoeven te worden.4

Juiste plek voor informatie

Wat je wel wilt bewaren, hoort op een geschikte locatie, zoals een DMS, SharePoint of gestructureerde netwerkschijf of in een (beheerde) primair-procesapplicatie. Outlook is geen opslagplaats voor de lange termijn. Is het niet een idee om e-mails ouder dan een paar maanden automatisch te verwijderen? Bewust nadenken over de relevantie van data biedt nog een voordeel. Organisaties kunnen informatie die direct toegankelijk moet zijn dan opslaan op hot storage, die continu online staat. Wat echter zelden wordt geraadpleegd kan op cold storage, die niet continu online staat en daardoor kosten en energie bespaart. Dat kun je niet als individuele medewerker inrichten, maar wel bespreken op organisatieniveau met je ict-dienstverlener.

‘HOE BEPAAL JE WAT NIET VEROUDERD EN TRIVIAAL IS?’

Van ROT naar REVA

Duurzame informatiehuishouding betekent nu zowel inhoudelijke als groene duurzaamheid. Minder data creëren en alleen bewaren wat waardevol is, levert winst op: minder opslag, lagere CO₂-uitstoot, beter overzicht en meer focus. Ga dus van ROT naar REVA:

  • Relevant: bedenk welke informatie echt nuttig en betekenisvol is.
  • Enkelvoudig: ga voor een exemplaar, voorkom dubbelingen.
  • Vastgelegd: verantwoord je (in de selectielijst) over keuzes van wat (niet) relevant is en daarom (niet) in beheer wordt genomen.
  • Actueel: als je weet wat je weg wilt gooien, doe dat dan ook: get rid of the ROT. En vernietig tijdig of breng over.

Dubbel duurzaam: laten we het doen!

  1. Bijvoorbeeld duidelijk beschreven door James Lappin in The science of recordkeeping systems – a realist perspective (2023), https://repository.lboro.ac.uk/articles/thesis/The_science_of_recordkeeping_systems_-_a_realist_perspective/25055396.
  2. https://www.acoi.nl/.uc/f2e43adcb0101a12100008c92bb0210bb90030d35a7d800/advies-meerjarenplannen-alles-is-niets.pdf.
  3. Zoals voorgesteld in de Model selectielijst voor automatisch bewaarde e-mail, te benaderen via https://www.open-overheid.nl/documenten/2022/08/23/rddi---model-selectielijst-voor-automatisch-bewaarde-e-mail.
  4. https://vng.nl/sites/default/files/2020-02/selectielijst_20200214.pdf.

Deel dit artikel

Inhoud