Directeur Stichting Digisterker Piet Boekhoudt: ‘Nederlanders moeten digisterker worden’
Onbeschroomd online
Tekst Pieter Verbeek
Beeld Stichting Digisterker
Of het nu gaat om werk zoeken, een zorgverzekering afsluiten of de CoronaCheck-app installeren... De overheid doet steeds vaker een beroep op onze digitale vaardigheden. Helaas ontbreken die vaardigheden bij veel Nederlanders. Stichting Digisterker werkt aan hun digitale zelfvertrouwen.
Volgens het CBS behoort Nederland tot de Europese koplopers, als het gaat om het aantal inwoners dat vaardig is met het gebruik van internet, computer en software. Uit onderzoek van vorig jaar bleek dat de helft van de Nederlanders tussen 16 en 75 jaar beschikt over meer dan basale digitale vaardigheden. Daar tegenover staat dat ruim 4 miljoen Nederlanders juist niet mee kunnen komen in onze steeds digitalere wereld, volgens Piet Boekhoudt, directeur van Stichting Digisterker. ‘Dat is een groot maatschappelijk probleem. Het aantal niet-digivaardige Nederlanders zegt bovendien niet alles over de omvang van de problematiek,’ zegt hij. ‘Of je digitaal vaardig of niet bent, gaat verder dan alleen de kennis van de knoppen. Digitale vaardigheid hangt ook af van de complexiteit van je situatie en van de digitale dienstverlening waar je mee te maken krijgt.’ Als voorbeeld noemt hij de gezondheidszorg. ‘Er wordt van alles van je gevraagd, in allerlei digitale middelen en applicaties. Je kunt wel begrijpen hoe een apparaat werkt, maar snap je ook waarvoor je het gebruikt en wat je ermee kan? Er is een groot aantal laaggeletterden in ons land, dat hier moeite mee heeft. Ik denk dat iedereen van tijd tot tijd weleens niet-digitaal vaardig is, wanneer je de gevraagde dienstverlening niet meteen begrijpt.’ Het zijn vooral laaggeletterden, ouderen en jongeren met een minder hoge opleiding die het meest kunnen profiteren van digitale dienstverlening, benadrukt Boekhoudt. ‘Zij hebben vanwege hun persoonlijke situatie relatief meer te maken met regelingen van de overheid, maar komen daar niet goed uit vanwege de complexiteit.’ Als voorbeeld noemt hij DigiD, de sleutel tot veilige digitale diensten. ‘Maar veiligheid en gebruiksgemak lijken wel elkaars tegenpolen,’ zegt hij. ‘Hoe veiliger een systeem, hoe gebruiksonvriendelijker voor mensen met beperkte digitale vaardigheden. Voor veel mensen is DigiD echt een struikelblok. Er wordt echt wel aan gewerkt, er is aandacht voor de toegankelijkheid van digitale diensten, in eenvoudiger taal, duidelijke beelden en gebruiksgemak. Maar om gebruik van die diensten te kunnen maken, heb je wel basis digitale vaardigheden nodig en kennis van de wereld. Zonder die basisvaardigheden zijn al die verbeteringen nog steeds niet voldoende voor die grote groep mensen waar we het over hebben.’
‘VEILIGHEID EN GEBRUIKSGEMAK LIJKEN WEL ELKAARS TEGENPOLEN’
Lesprogramma’s
Sinds 2014 helpt Stichting Digisterker die groep zich verder te ontwikkelen. Onder andere door het ontwikkelen van educatieve programma’s, die scholen en bibliotheken kunnen gebruiken in hun eigen educatieve aanbod. Momenteel lopen er drie grote lesprogramma’s. Werken met e-overheid is een volwassenenprogramma dat door bijna alle bibliotheken in het land wordt ingezet, in de vorm van cursussen in de bieb. In deze cursus leren inwoners hoe ze zaken met de overheid via internet snel en makkelijk kunnen regelen. Sinds dit voorjaar biedt Digisterker via bibliotheken ook het lesprogramma DigiVitaler aan. Met dit lesprogramma leren mensen werken met digitale zorgtoepassingen, zoals de patiëntenportalen van huisartsen en ziekenhuizen. Het derde programma is Doe je digiding! en is gericht op jongeren. Het wordt gegeven in het vak maatschappijleer op vmbo-scholen en in het vak burgerschap op mbo-scholen, en heeft als doel om de digitale zelfredzaamheid van jongeren te vergroten. Boekhoudt: ‘We hebben niet de illusie dat de mensen die met onze programma’s werken meteen alles kunnen, maar we proberen ze vooral een zetje te geven en ze uiteindelijk het digitale vertrouwen geven waarmee ze zelf verder op weg kunnen gaan.’
‘OM JE BELASTINGAANGIFTE ONLINE TE REGELEN HEB JE KENNIS VAN DE WERELD NODIG’
Jongeren
Hebben jongeren de ondersteuning van Doe je digiding! nodig? Geen enkele andere generatie is immers zo thuis op het internet als de huidige generatie Z. ‘Jongeren zijn inderdaad opgegroeid met internet en social media, maar dat betekent niet dat ze met alles digivaardig zijn,’ legt Boekhoudt uit. ‘Ze zijn heel handig in het gebruik van apps en apparaten, zeg maar: de lifestylevaardigheden. In het online regelen van zaken zijn ze dat veel minder. Voor het regelen van belastingen, huurtoeslagen of de zorgverzekering heb je meer nodig. Daar heb je kennis van de wereld voor nodig. Voorheen waren er loketten om jongeren verder te helpen. Die zijn er steeds minder, of ze zijn minder toegankelijk. Het ontbreekt jongeren momenteel echt aan ondersteuning en kennis.' En omdat de overheid volgens Boekhoudt nog niet echt gewend is om met jongeren te communiceren, heeft Digisterker afgelopen zomer het initiatief genomen voor de oprichting van het consortium Jongeren en de Digitale Overheid. Daarin werkt de stichting samen met onder meer Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), de Koninklijke Bibliotheek, saMBO-ICT, Wijzer in geldzaken, de Zorgverzekeringslijn en de Alliantie Digitaal Samenleven. ‘Ons doel is om jongeren in de leeftijd van 15 tot 18 jaar voor te bereiden op het gebruik van de digitale overheidsdiensten waar zij in die levensfase mee te maken krijgen. We vragen met het consortium speciaal voor de doelgroep jongeren aandacht voor toegankelijke dienstverlening, ondersteuning en preventie.’ Digisterker wil meer zijn dan alleen uitgever van lesmaterialen. ‘We willen het vraagstuk breder aanvliegen,’ zegt Boekhoudt. ‘Rond de lesprogramma’s willen we een netwerk in beweging krijgen, bij de overheid, in het onderwijs, in de zorg en bij ondersteunende maatschappelijk organisaties als bibliotheken. We willen graag bijdragen aan betere ondersteuning van burgers, zodat hun digitale zelfvertrouwen groeit en ze mee kunnen doen in de digitale samenleving.’