Beeld en Geluid heeft makers over de vloer
Tekst Marc Notebomer Beeld Beeld en Geluid
Voor het derde achtereenvolgende jaar organiseert het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid het programma Makers over de Vloer. Een week lang nemen kunstenaars hun intrek in Beeld en Geluid om te laten zien hoe zij materiaal dat ze in het archief vinden kunnen gebruiken in hun werk.
Het Nederlands instituut voor Beeld en Geluid in Hilversum is de beheerder van een van de grootste audiovisuele collecties ter wereld. Niet alleen bevat deze collectie radio- en televisiemateriaal maar ook YouTube-video’s, objecten, geschreven media, podcasts en games. Het doel van Beeld en Geluid is om dat materiaal als “erfgoed voor de eeuwigheid” te bewaren. Of zoals het zo mooi op de website staat: het instituut wil “ieders leven in en met media versterken door die media te archiveren, te exploreren en te expliciteren waarbij het vrije denken en handelen in woord, beeld en geluid voorop staat.” In het kader van de Dutch Media Week, van 30 september tot en met 10 oktober, organiseerde Beeld en Geluid het programma Makers over de Vloer. ‘De Dutch Media Week is het paradepaardje van Hilversum, dat laat zien hoe vooruitstrevend en spannend media zijn,’ legt Roos Wijnen uit. Wijnen is bij Beeld en Geluid verantwoordelijk voor projecten waarbij archiefmateriaal creatief wordt hergebruikt voor autonome kunstwerken. ‘Met Makers over de Vloer proberen we makers en creatieve denkers te inspireren om archiefmateriaal creatief her te gebruiken,’ zegt ze. ‘Zodat we kunnen laten zien dat het niet alleen interessant is voor onderzoekers en programmamakers maar ook voor kunstenaars.’
Ondersteunend
Dit jaar zijn twee kunstenaars door Beeld en Geluid uitgenodigd om het archief voor hun werk te gebruiken. Vorig jaar waren het er drie. ‘Elke maker heeft zijn of haar eigen onderzoeksvraag,’ verduidelijkt Wijnen. ‘Dat kan een thema zijn of een onderzoek dat past bij hun eigen portfolio of een werk dat ze graag willen maken. Wij ondersteunen hen - samen met een van onze reseachers - met het faciliteren van archiefmateriaal dat daar ondersteunend aan kan zijn.’ Dat klinkt prachtig, maar wat maken die kunstenaars dan? Wijnen: ‘Dat is heel uiteenlopend. Vorig jaar maakte Mark IJzerman video-installaties, door bewegend materiaal uit het archief te vervormen en bewerken en in zijn installaties te verwerken. En theatermaker Joy Slaats haalde materiaal uit natuurbeelden en gebruikte die voor decorsettingen. Grafisch vormgever Farida Sedoc vond zichzelf in het archief en maakte zelfportretten, in collagevorm met eigen quotes, en drukte die op t-shirts.’ Dit jaar zijn kunstenaars uit heel andere disciplines aan de beurt. Wijnen: ‘Willem de Haan is beeldend kunstenaar en bezig met de stijgende waterlijn en de geschiedenis van de watersnoodramp. Hij heeft een maquette gebouwd die laat zien hoe hoog het water is gekomen. Illustrator Nanna de Jong laat zien hoe ons schoonheidsideaal wordt gevormd door eenzijdige beeldvorming in de media. Ze besteedt in haar eigen werk onder andere aandacht aan vrouwenrechten en gelijkheid. Ze tekent illustraties en schrijft citaten op ramen die een nieuw licht werpt op ons archief en het overheersend mannelijk perspectief bevraagt.’
‘KUNSTENAARS ZOEKEN HEEL ANDERS, GEVOELSMATIGER’
Rood
Vanzelfsprekend krijgen de kunstenaars ondersteuning van Beeld en Geluid. ‘Ze worden niet zomaar losgelaten,’ zegt Wijnen. ‘We leggen ze uit wat ze kunnen vinden in het archief en dat ze niet zomaar alles kunnen gebruiken in verband met rechten. Ook geven we ze een crash course DAAN, dat is het systeem waarin het archief doorzoekbaar is.’ Het is leuk en interessant om te zien hoe de kunstenaars zoeken in het archief, aldus Wijnen. ‘Heel anders dan de academische gestructureerde manier waarop wij dat doen. Ze zoeken niet op jaartallen of kernwaarden. Ze gaan veel instinctiever en gevoelsmatiger te werk. Ze vragen zich bijvoorbeeld af waarom ze niet kunnen zoeken op de term rood, of op een emotie.’ Deze alternatieve manier van zoeken en een archief gebruiken wil Beeld en Geluid in de toekomst voor zichzelf benutten. Wijnen: ‘Het geeft input aan mensen die archiveren op zoekwaarden en hoe je iets beschrijft. We willen daarom de dialoog tussen kunstenaars en archivarissen zoveel mogelijk stimuleren.’
‘WE WILLEN DE DIALOOG TUSSEN KUNSTENAARS EN ARCHIVARISSEN STIMULEREN’
Lof
De inspanningen van de kunstenaars zijn ook door het publiek te volgen. ‘Vorig jaar lag dat allemaal wat lastiger vanwege corona,’ zegt Wijnen, ‘maar dit jaar kan het publiek binnenlopen en de kunstenaars vragen stellen over hun werkproces. Of men snapt wat ze aan het doen zijn? Ja zeker. Maar we vragen de kunstenaars dan ook om hun werkproces zo veel mogelijk te visualiseren met mindmaps, archiefbeelden en lijstjes.’ Voor het GO Fonds heeft Wijnen niets dan lof. ‘Voor Makers over de Vloer hebben we vorig jaar met het fonds samengewerkt en dat ging supergoed en te gek. Het is heel toegankelijk en heeft een gemakkelijke manier van aanvragen. En ook op het eindresultaat van het programma hebben we veel positieve reacties uit het fonds gekregen.’