Met Spaces-Run-Archive de wereld over
Nomadisch archief
Tekst Jelle van der Meulen Beeld Kunstcentrum de Appel
Met Spaces-Run-Archive, een levend en mobiel archief, willen Nell Donkers en Bert Kramer kennis en hedendaagse kunst voor iedereen toegankelijk maken. Met het project onderzoeken ze niet alleen de betekenis en plaats van het archief, maar brengen ze ook bredere, maatschappelijke vraagstukken voor het voetlicht. ‘Volgens mij gaan er heel veel spannende dingen gebeuren.’
Al sinds de oprichting in 1975 houdt kunstcentrum de Appel in Amsterdam nauwgezet een archief bij. Bijna een halve eeuw later heeft het dan ook een rijke collectie aan boeken, teksten en kunstobjecten. Maar al die rijkdom stilletjes wachtend op de plank, dat beviel archivaris Nell Donkers maar niets. ‘Het project Spaces-Run-Archive is bedoeld om het idee van een archief in de huidige tijd te onderzoeken. Hoe wek je het tot leven, hoe krijgt het weer energie? Door kunstenaars uit te nodigen en nieuwe dingen te maken, geef je het archief nieuwe energie.’
‘DOOR HET ARCHIEF TE VERPLAATSEN, ONTSTAAT LEEGTE OP DE OORSPRONKELIJKE PLEK’
Door de kasten open te vouwen, kun je werkplekken creëren en patronen of labyrinten bouwen
Bloem van kennis
Om dat te bereiken, diende het fysieke archief opnieuw ontworpen te worden. Het idee is om het volledige archief te plaatsen in een doos, een enorme container. ‘In die container staan 24 meubelstukken, kasten die je dicht- en open kunt vouwen,’ zegt Bert Kramer, kunstenaar en als ontwerper bij het project betrokken. ‘Middenin komt een enorme opblaasbare luchtballon met het werkelijke archief daarin, klimatologisch beschermd. Zodra de wanden van de container opengaan, blaast de ballon zich op en wordt een voorheen compact en statisch archief als een openende bloem die zijn kennis en verhalen deelt met de wereld.’ Door de kasten open te vouwen, kun je werkplekken creëren en patronen of labyrinten bouwen. En maak je bij je bezoek aan het archief een eigen collectie of verzameling boeken, dan kun je via RFID-tags (Radio Frequency Identification, een technologie waarmee data worden opgeslagen op een chip, die zorgt voor een grote toegankelijkheid en flexibiliteit van opslag, red.) je eigen digitale boekenplank bouwen, waar je toegang toe hebt via de website. ‘Veel van onze objecten en content wil je zien, zoals kleuren van boeken, materialen, vouwschema’s,’ legt Donkers uit. ‘Dat kun je niet weergeven in PDF, dat zijn zaken die je met je zintuigen moet ervaren.’ Juist door het archief zowel digitaal als analoog te maken, komt de inhoud goed tot zijn recht, denken Donkers en Kramer. ‘Het is mooi dat dingen digitaal zijn, maar het is ook belangrijk dat je dingen live meemaakt,’ meent Kramer. ‘Dat wij nu via een videoverbinding een gesprek kunnen voeren is prettig, maar als we elkaar in de ogen kijken, elkaar ruiken, ben je in een totaal andere dimensie. Dat geldt net zo goed voor een boek of informatie; dat in je opnemen, dat ervaren, is ook een zintuiglijke ervaring.’
Ruimte en leegte
Door het archief mobiel te maken en tastbaar te houden, kan het verhaal van de Appel de hele wereld over reizen, vertelt Donkers. ‘Ons archief wordt mobiel en daarmee ook nomadisch. We gaan bijvoorbeeld naar São Paulo om daar een connectie te maken met een zadenarchief. We nodigen kunstenaars en onderzoekers uit om te kijken: wat gebeurt er als je die twee archieven aan elkaar verbindt, wat ontstaat er aan ideeën en nieuwe informatie?’ En ook niet onbelangrijk: door het archief te verplaatsen, ontstaat leegte op de oorspronkelijke plek, ofwel ruimte voor andere dingen. ‘Als je ons wilt, onze informatie, dan pak je ons in het geheel en dan heb je de complete ervaring,’ vertelt Kramer. ‘Laat je belangrijke documenten en kunstenaars een reis maken, dat levert al zoveel energie op, maar ook de leegte die we hier achterlaten biedt ontzettend veel mogelijkheden. Volgens mij gaan er heel veel spannende dingen gebeuren.’
De driemaandelijkse archiefpublicatie The Remote Archivist houdt u op de hoogte als het archief thuis is of op reis gaat.
‘WAAROM BEWAAR JE DINGEN EN HOE DOE JE DAT?’
Verbinding
Sinds een aantal jaar huist de Appel in broedplaats Lely, bij station Amsterdam Lelylaan. ‘Dat is een vrij gegentrificeerd gebied,’ weet Donkers. ‘Ons project stelt daarom ook vragen over de houdbaarheid van de vierkante meters die je inneemt in een stad waar de prijzen enorm hoog zijn. Door weg te gaan, kun je de leegte gebruiken voor andere mogelijkheden en maak je dus in feite dubbel gebruik van de ruimte.’ ‘De woorden van Nell over het gebruik van de ruimte laten wel zien dat we onbewust hele urgente maatschappelijke thema’s aanraken,’ voegt Kramer toe. ‘Bijvoorbeeld, welke plek heeft kunst in de samenleving? Corona heeft wel laten zien dat mensen juist heel veel troost vonden in kunst, en dat wat in het hectische bestaan van alledag voor sommigen waardeloos leek, ineens waarde kreeg.’ De verbinding met de samenleving en met mensen die wellicht minder vaak met kunst in aanraking komen, is voor Kramer dan ook een belangrijk aspect van het project. ‘Wij moeten juist de boer op met iets waarvan wij denken dat het belangrijk is. Jij mag daar iets anders van denken, maar die gedachten koppelen we aan elkaar, waardoor discussie ontstaat. En wie weet neem jij daarvan iets mee, gaat er iets in je gonzen en schrijf je iets op wat je nooit eerder hebt bedacht.’
Ontdekkingstocht
De ontwikkeling van het mobiele archief is nog in volle gang en verloopt in een aantal stappen. Een prototype van de kast wordt gebouwd, de collectie geordend en vervolgens gescand. In het voorjaar van 2022 wordt in het project Catching up in the Archive, van kunstenaar en onderzoeker Mariana Lanari, het gehele archief verplaatst naar de tentoonstellingsruimte van de Appel en worden de RFID-tags geplaatst, waarna ermee geëxperimenteerd kan worden. ‘Als mensen binnenkomen, zetten we ze gelijk aan het denken: wat is een archief eigenlijk,’ zegt Donkers. ‘Waarom bewaar je dingen en hoe doe je dat? Door steeds een draai aan die ideeën te geven, houden we het archief levend.’