Informatiehuishouding en AI
Draaien aan de knoppen van de toekomst
Tekst Tessel van Oirsouw
Tessel van Oirsouw is lid van de projectgroep Artificiële Intelligentie van de WRR en betrokken bij het WRR-rapport Opgave AI
Kunstmatige intelligentie (AI) is de samenleving structureel aan het veranderen. De overheid staat daarom voor een urgente opgave: AI inbedden in de maatschappij. Dat gaat echter niet zonder uitdagingen. Hoe beïnvloedt AI bijvoorbeeld de informatiehuishouding van de overheid? Wat betekent AI voor de burger en hoe kan de overheid ervoor zorgen dat ook de samenleving profiteert van AI?
Naar aanleiding van het WRR-rapport Opgave AI. De nieuwe systeemtechnologie borduren Corien Prins en Frits Bussemaker voort op deze vragen. Prins is voorzitter van de WRR, eerstverantwoordelijke voor de projectwerkgroep Artificial Intelligence en hoogleraar Recht en Informatisering aan Tilburg University. Bussemaker is voorzitter van the Institute for Accountability in the Digital Age, en initiatiefnemer van iPoort.
Opgave
De overheid staat met digitalisering voor een opgave die specifieke uitdagingen met zich meebrengt. Prins legt uit dat dit (onder andere) komt door de bijzondere positie van de overheid en haar relatie tot de burger: ‘Alles wat de overheid doet heeft gevolgen voor burgers en bedrijven. De overheid bemoeit zich als het ware met hun doen en laten en heeft daarbij ook een bepaalde machtspositie. Je kunt als burger immers niet naar “een andere aanbieder” overstappen. De overheid heeft bij het gebruik van digitalisering – waaronder AI – dus een grote verantwoordelijkheid. Maar ik stel vast dat ze zich institutioneel en organisatorisch onvoldoende aanpast aan de specifieke kenmerken van digitalisering. Ook worden de capaciteiten die de overheid potentieel bezit, suboptimaal benut.’ Bussemaker vult aan dat de huidige inrichting van de overheid innovatie en het delen van kennis niet bevordert. ‘Soms beseft de overheid niet dat ze een overheid is. Binnen de verschillende afdelingen wordt goed samengewerkt, maar op het moment dat een ketensituatie ontstaat waarin je van elkaar afhankelijk bent, kan het elkaar tegenwerken. Verder beseft men te weinig welke impact digitalisering heeft en hoe het processen verandert. Wanneer processen veranderen, zullen organisaties ook veranderen.’ Bij de overheid worden allerlei initiatieven en projecten rondom digitalisering gestart. Dit zorgt voor vooruitgang, maar de overheid kan ook winst behalen door meer aandacht te hebben voor de veranderingen die digitalisering met zich meebrengt voor de mensen die bij de overheid werken. Bussemaker: ‘De overheid moet zich niet alleen richten op het werven van nieuwe mensen, maar moet ook zorgen dat het huidige IT-personeel voldoende beseft dat ze bijdragen aan de invulling van de maatschappij. Laat de huidige mensen trots zijn op waar ze mee bezig zijn.’ Prins geeft aan dat de overheid een inspirerende weg kan bieden. ‘Mensen die kiezen om voor de publieke zaak te werken, kiezen wat mij betreft niet voor de gemakkelijke weg. Geef als overheid daarom juist deze mensen de ruimte en inspiratie om voorbij de eerste stap te kijken. Als je nu kijkt naar de inzet van AI binnen de overheid, dan gaat het voornamelijk om criminaliteitsbestrijding of het uitoefenen van controle. Dit geeft mensen die bij de overheid werken soms het gevoel dat ze politieagent spelen. Er liggen echter enorm veel kansen voor zaken als digitalisering voor sociale cohesie of innovatie van de landbouw. AI kan dus meer worden ingezet voor het grijpen van kansen; draai aan de knoppen van de toekomst. En geef je ambtenaren daartoe het vertrouwen en de ruimte.’
Corien Prins: ‘Ik stel vast dat de overheid zich institutioneel en organisatorisch onvoldoende aanpast aan de specifieke kenmerken van digitalisering’
‘GEEF JE AMBTENAREN VERTROUWEN EN RUIMTE’
Digitale inclusie
Steeds meer mensen maken zich zorgen over digitale inclusie en dit zal in de komende jaren verder toenemen. Bussemaker onderstreept het belang van dit vraagstuk: ‘Digitale inclusie is cruciaal. Tegelijkertijd biedt digitalisering juist de middelen om de burger meer te betrekken, bijvoorbeeld door de burger vaker en lokaler te laten stemmen. Zo kunnen we de maatschappij moderner inrichten.’ Prins vult aan: ‘Digitalisering laat zien dat de burger op een andere manier bij overheidsprocessen en democratie betrokken kan zijn, maar ook moet zijn. Dit toont zich al jaren, maar de overheid kapitaliseert hier nog steeds onvoldoende op. In het rapport Opgave AI zeggen we dat de overheid de burger hierbij een helpende hand moet bieden en het maatschappelijk middenveld moet faciliteren. Op zijn minst moet de overheid zorgen dat de burger iets van de technologie snapt en beseft en weet dat de overheid algoritmes gebruikt. Bijvoorbeeld met initiatieven als een algoritmeregister. Tegelijkertijd moeten we sensitief zijn voor de burgers zonder digitale faciliteiten of data. Zet de informatiehuishouding dus in de etalage, maar heb ook oog voor de mensen die niet in je informatiehuishouding voorkomen.’ Prins belicht ook digitale autonomie: ‘Digitale autonomie betekent niet alleen een eigen systeem hebben, maar betreft ook het spreiden van risico’s. Veel Nederlandse overheden zijn afhankelijk van een zeer beperkt aantal dominante techbedrijven. Stel dat zo’n bedrijf opeens platligt, dan zijn we als overheid en bedrijfsleven volstrekt ontwricht. De discussie over dit soort afhankelijkheden wordt nog onvoldoende gevoerd.’
‘ALS OVERHEID MAAK JE DEELS DE TOEKOMST’
Frits Bussemaker: ‘Het gat tussen technologie en wet- en regelgeving wordt alleen maar groter’
Kantelpunt
Prins verwacht bovendien dat we aan de vooravond van een aantal fundamentele keuzes over informatiehuishouding staan. ‘Als overheid “maak” je als het ware deels de toekomst van de samenleving. En daar is de informatiehuishouding belangrijk bij. Zie die informatiehuishouding als een soort van rugzak waarmee we de toekomst tegemoetgaan. Net zoals bij het vullen van de welbekende rugzak is het dan belangrijk om geïnformeerde keuzes te maken en rekening te houden met de diverse kanten van de informatiehuishouding. Wat komt er in de rugzak en waarom? Deze keuzes worden onder andere gevoed door technologische ontwikkelingen en innovatie, maar ook door zaken zoals ethiek en recht.’ Bussemaker vult aan: ‘Digitalisering is een 21st century issue, waar 21st century solutions voor nodig zijn. De klassieke manier waarop de maatschappij wordt aangestuurd, is via wet- en regelgeving. Maar het gat tussen technologie en wet- en regelgeving wordt alleen maar groter. We zullen dus op sommige punten wet- en regelgeving en organisatiestructuren anders moeten vormgeven. Rationeel weten we dit, maar emotioneel zitten we nog in de weerstand. We zullen daarom moeten omdenken en IT gaan zien als een middel dat de maatschappij vooruit kan helpen. Tegelijkertijd moeten we niet bang zijn om fouten te maken. De overheid heeft hier de belangrijke taak om te helpen en het goede voorbeeld te zijn.’
Trots
Prins en Bussemaker komen samen tot een duidelijke conclusie: ‘Wees als informatieprofessional trots dat je bij de overheid met behulp van digitalisering vormgeeft aan de toekomst. Wees je daarbij bewust van de waarden waar onze Nederlandse samenleving voor staat, wees creatief en werk niet vanuit kokers maar zoek de samenwerking op. Kortom, heb lef.’