Regeringscommissaris Informatiehuishouding Arre Zuurmond
Radicaal het roer om
Tekst Jelle van der Meulen Beeld Hilbert Krane
Openbaarheid vergt dat je echt naar buiten treedt, de Haagse bubbel uit, vindt Arre Zuurmond
De missie van Arre Zuurmond liegt er niet om: in 2 jaar tijd de informatiehuishouding van de overheid radicaal verbeteren. De Wet open overheid (Woo) maakt daar deel van uit, maar Zuurmond wil het breder trekken en vooral zorgen dat burgers de dienstverlening krijgen waar ze recht op hebben. Gaat dat lukken? ‘Met de huidige systemen kun je in alle redelijkheid niet van ambtenaren verwachten dat ze hun informatiehuishouding op orde hebben.’
In de Haagse werkelijkheid voelt Arre Zuurmond zich soms net Alice in Wonderland. Hij verbaast zich over de in zijn ogen soms wonderlijke ambtelijke logica, de vele procedures en de lange overleggen die plaatsvinden. Tegelijkertijd waant hij zich soms Sjakie in de Chocoladefabriek. ‘Ik mag me overal tegenaan bemoeien en heb een heel autonome positie. Dat komt goed uit, want informatiehuishouding loopt door vrijwel alle dossiers.’
Toegankelijke keukentafelsessies
Zuurmond werd op 1 januari 2022 aangesteld als regeringscommissaris Informatiehuishouding. Zijn taak is om de informatiehuishouding van de overheid op orde te brengen, door advies uit te brengen over de aanpak en resultaten en door het maatschappelijke gesprek aan te jagen. Ten opzichte van RDDI en Open Overheid fungeert Zuurmond als een ‘buitenboordmotor’, die een kritische blik houdt en het vizier richt op het perspectief van de burger. Want openbaarheid vergt dat je echt naar buiten treedt, de Haagse bubbel uit, vindt Zuurmond. Om te weten wat burgers willen, gaat hij ongeveer iedere maand het land in voor een zogeheten keukentafelsessie. Daar bespreekt hij met inhoudelijk betrokkenen thema’s als de Woo, de IT-architectuur van de overheid en de informatierelatie tussen overheid en burger. Ook het online publiek wordt actief betrokken bij de discussies en oplossingsrichtingen. ‘We organiseren die sessies in bibliotheken door heel het land. Iedereen kan binnenlopen, het is vaak een beetje lawaaierig en rommelig, maar ik houd daar wel van. Dat formele gedoe schrikt een deel van de burgers af. Wij willen gewoon een goed, laagdrempelig gesprek voeren.’
‘DIE VERMEENDE CULTUUR VAN GEHEIMZINNIGHEID ONDER AMBTENAREN VALT ERG MEE’
Prestatie van formaat
Zuurmond kwam er al snel achter dat de politiek-bestuurlijke logica ‘hier op de Haagse vierkante kilometer’ niet garandeert dat je het goede doet voor burgers. De Woo is daar een prima voorbeeld van, legt hij uit. ‘We hebben nu zeventien categorieën van informatie die ontsloten moeten worden. Maar vraag je aan burgers waar zij hulp bij nodig hebben, dan gaat dat over niet een van die categorieën. De wet is ooit bedoeld om dienstverlening te verbeteren, maar is die bedoeling gaandeweg zoekgeraakt.’ Begrijp hem niet verkeerd: de Woo heeft een aantal goede veranderingen teweeggebracht. ‘Actieve openbaarmaking gaat goed. Door drieduizend beslisnota’s te publiceren, is een kanaal geopend waar straks meerdere soorten documenten doorheen kunnen. Dat is een prestatie van formaat. Dat er meer achteruitgang dan vooruitgang zou zijn geboekt, zoals je wel hoort en leest, daar kan ik me niet in vinden. We hebben ongeveer de helft meer informatieverzoeken en hebben meer pagina’s aan informatie verstrekt. En weet wel: het is gewoon een enorme bult werk. Ik zou als Woo-jurist flink zuchten. Dat heeft helemaal niets met onwil te maken. Die vermeende cultuur van geheimzinnigheid onder ambtenaren valt erg mee: er zijn heel weinig ambtenaren die dingen stiekem doen.’
Postkoets met hulpmotor
Tot zover het goede nieuws. Of het nu om de Woo gaat of om andere vraagstukken op het gebied van informatiehuishouding, er is een gemene deler die het ontzettend moeilijk maakt. ‘We hebben 10, 15 jaar niet in onze systemen geïnvesteerd,’ weet Zuurmond. ‘Met de huidige systemen kun je niet in alle redelijkheid van ambtenaren verwachten dat ze hun informatiehuishouding op orde krijgen. Het is het postkoets-met-hulpmotor-syndroom: de nieuwe technologie is er, maar organisaties hebben nog jarenlang de neiging processen op de oude manier in te richten.’ Neem bijvoorbeeld een vergadering waar hoge ambtenaren bij betrokken zijn, vertelt Zuurmond. Het verslag daarvan wordt opgeslagen in Word en verzonden naar de staatssecretaris. Om opmerkingen te plaatsen, moet die het bestand openen in een ander programma. Wordt het teruggezonden, dan komt het weer in Word. ‘Dan zit je als bewindspersoon in vier systemen tegelijk alles bij te houden. Je hebt het dan over een ongekende hoeveelheid informatie die de wereld in wordt geslingerd. Dat is niet de manier om als moderne organisatie te werk te gaan.’
‘EEN INFORMATIESYSTEEM IS EEN REFLECTIE VAN DE NORMEN EN WAARDEN IN DE SAMENLEVING’
Responsieve overheid
Het op orde brengen van de systemen is meer dan een technische kwestie, meent Zuurmond. ‘Een informatiesysteem of ict is een reflectie van de normen en waarden in de samenleving of de organisatie in kwestie. De overheid heeft 20 jaar lang de nadruk gelegd op rechtmatigheid en efficiency. Maar in de eenentwintigste eeuw hebben we juist een responsieve overheid nodig, die uitgaat van vertrouwen en kijkt naar wat de burger nodig heeft en van daaruit handelt. Niet de burger, maar de interactie tussen de burger en de ambtelijke professional moet centraal komen te staan. We moeten het vieren als een burger naar ons toe komt en zorgen dat we hem zo goed mogelijk van dienst kunnen zijn. Dat vergt een radicaal andere informatiehuishouding.’ Over een halfjaar treedt Zuurmond af als regeringscommissaris. Hij is druk bezig om een concept van de Algemene Informatiewet bij de ministerraad in te brengen. Voor de Woo wordt een nieuwe werkomgeving opgetuigd, die voor een versnelling moet zorgen. ‘Als we die en nog een aantal andere dingen bereikt hebben, is er een onomkeerbare situatie ontstaan die de informatiehuishouding zal verbeteren.’